Elk jaar starten we met meer dan dertig verschillende rassen. Elk jaar opnieuw gaan we op zoek naar die ene, perfecte aardappel waar we de lekkerste frites en aardappelspecialiteiten van kunnen maken.
Om deze vraag te beantwoorden, gaan we even terug in de tijd. Tot 1994 werd er in West- Europa ten behoeve van de fritesproductie 100% Bintje aardappelen geproduceerd. Inmiddels heeft Farm Frites, onder meer om risico te spreiden, een rassenpakket van ruim tien rassen die we verwerken tot aardappelproducten. Daarnaast teelt Farm Frites niet meer alleen in Europa, maar wereldwijd aardappelen. We hebben daarom te maken met veel verschillen in klimaat en in grondsoort. In West-Europa en delen van Argentinië en China telen we in een zeeklimaat, in Egypte in een woestijnklimaat.
Een nieuw ras moet toegevoegde waarde hebben, zo simpel is het. Farm Frites is daarom continu op zoek naar betere rassen om een nog betere kwaliteit frites en aardappelspecialiteiten te produceren. Bijvoorbeeld gekoelde en bevroren frites, aardappelspecialiteiten zoals puree, aardappelpartjes en aardappelpannenkoekjes. Om die reden telen we verschillende rassen die we voor ons brede productenassortiment kunnen gebruiken.
We selecteren de aardappel op een goede opbrengst, een mooie vorm en de juiste lengte. De opbrengst van het ras is erg belangrijk; hoe meer ton aardappelen een hectare oplevert, hoe meer frites er van gemaakt kan worden. Een aardappel moet lang zijn en ‘schouders’ hebben, wat wil zeggen dat de aardappel breed is aan de uiteinden zodat er effectief veel lange frites uit een aardappel gesneden kunnen worden. Het onderwatergewicht speelt ook een belangrijke rol. Wanneer dit gewicht hoog is, is het drogestofgehalte in de aardappel ook hoog. Dit is belangrijk voor de verwerking van frites. Als het onderwatergewicht tegenvalt, heeft dit slappe frites tot resultaat.
Als de eigenschappen in lijn liggen met de wensen van Farm Frites, start de testfase. Het eerste jaar beginnen we met gemiddeld dertig nieuwe rassen die we telen op kleine proefvelden. Op de verschillende productielocaties van Farm Frites wereldwijd worden de nieuwe rassen ook getest zodat we een goed beeld krijgen hoe de rassen zich ontwikkelen in verschillende klimaatgebieden en op verschillende grondsoorten.
In de daarop volgende jaren valt een groot aantal rassen af. Uiteindelijk blijven er zo’n vijf rassen over die op grotere velden wordt uitgepoot. Deze ‘top 5’ wordt op de volgende kwaliteitskenmerken getoetst: opbrengst, onderwatergewicht, lengte, punten (defects), grofte, bakkwaliteit en bewaarkwaliteiten.
Na maar liefst acht! jaar blijft uiteindelijk één ras over dat Farm Frites goed genoeg vindt om te worden verwerkt tot Farm Frites producten.